DIT HEB JE NODIG:

•  tuinkerszaadjes (uit het tuincentrum)
•  bakje met natte watten of keukenpapier 
•  plantenspuit

ZO DOE JE HET:

Strooi wat zaadjes over de watten of het keukenpapier. Spuit het bakje twee keer per dag nat.
Na een paar dagen groeit er al iets… Na een week kun je je eigen tuinkers eten!

DIT HEB JE NODIG:

•  zonnebloempitjes (die in vogelvoer zitten bijvoorbeeld)
•  klein potje met aarde 

ZO DOE JE HET:

Vul het potje met aarde. Stop twee of drie pitjes ongeveer anderhalve cm onder de grond. Na ongeveer een week zie je het eerste groen naar buiten komen!
Laat je plantje eerst binnen lekker groeien. Vanaf april mag je zonnebloem naar buiten. 

DIT HEB JE NODIG:

•   een paar ongebrande doppinda’s 
•   bakje met natte watten of keukenpapier
•  plantenspuit
•   pot met aarde

ZO DOE JE HET:

 Leg de pinda’s met het vliesje er nog omheen op de natte watten of het keukenpapier.  Zet het bakje op een warme plek in huis (voor het raam of bij de verwarming). 
Zorg dat de watten altijd vochtig blijven.  Na een klein weekje piept er een worteltje uit de pinda!

Is het worteltje ongeveer 2 tot 3 centimeter lang? Dan mag de pinda in een pot. In de herfst wordt je pindaplant geel en gaat dood. Trek hem voorzichtig omhoog. Tadaa! Onder de grond zitten pinda’s verstopt!