1. Jaguars en panters lijken veel op elkaar. Een van de verschillen is hun lengte. Maar hoe kun je nog meer het verschil zien.

a. Door de staart
b. Door de tong
c. Door de vlekken (rozetten)
d. Door de vorm van de tanden

2. De jaguar komt voor in het tropisch regenwoud. Daar regent het heel veel. Maar toch houden jaguars helemaal niet van water.

a. Waar
b. Niet waar

3. De tijger is de grootste kat ter wereld. Op welke plaats staat de jaguar?

a. 2^e
b. 3^e
c. 4^e
d. 5^e

4. Op welk roofdier jaagt de jaguar ook wel eens?

a. panter
b. cobra
c. kaaiman 
d. grizzly beer

5. Waardoor is de jaguar tegenwoordig in gevaar?

a. het water in de rivieren stijgt
b. ontbossing 
c. ziektes die in het water voorkomen
d. er komen steeds meer andere dieren in het bos

6. Waarom is ontbossing erg voor de jaguar? 

a. ze hebben minder te eten
b. mannetjes en vrouwtjes kunnen elkaar niet meer vinden
c. jaguars komen vaker naar dorpen en steden, wat gevaarlijk is voor mensen
d. alle antwoorden zijn goed

7. Met hoeveel procent is het leefgebied van de jaguar afgenomen?

a. 25%
b. 50% 
c. 75%
d. 90%

8. Naast ontbossing is er nog iets anders waardoor de jaguar in gevaar komt

a. Illegale handel in dieren
b. Ziektes in het water
c. Ziektes die apen overbrengen
d. Door toerisme komen er veel mensen in zijn leefgebied

1 c (de vlekken)
2 b (niet waar)
3 b (3e plaats)
4 c (kaaiman)
5 b (ontbossing)
6 d (alle antwoorden zijn goed)
7 b (50%)
8 a (illegale handel in dieren)