Deze dieren houden (niet) van regen

Kikkers, salamanders en padden zijn amfibieën en dus regenliefhebbers bij uitstek. Ze leven zowel in het water als op het land, mede dankzij hun dunne huid die water en zuurstof doorlaat. Maar hun tere vel droogt ook snel uit. Vandaar dat ze het liefst in de regen tevoorschijn komen, zodat wij ze kunnen bekijken.

Wormen komen massaal boven de grond als het regent. Daarom noemen we ze ook regenwormen. 
Deze onderkruipsels kunnen een regenbui waarnemen door de trillingen in de bodem die veroorzaakt worden door de vallende regendruppels.

Luiaards blijven gewoon in de boom hangen als het regent. Hun haar groeit richting hun rug en ze hebben een scheiding op de buik. Hierdoor loopt de regen eenvoudig naar beneden. n het regenseizoen groeien er allerlei algen in de vacht van de luiaard. 

In het regenwoud, de naam zegt het al, regent het heel veel. De orang-oetan vindt dit woud heerlijk, alleen de regen trekt 'ie wat minder. 

Bij een fikse regenbui maakt hij dan ook een paraplu van bladeren. Zo blijft zijn dikke vacht lekker droog. 

Je zou denken dat vissen wel van regen houden. Ze zwemmen ten slotte in het water. Maar een hevige regenbui vinden ze echt niet chill. 
 Misschien ben je weleens naar lucht happende vissen tegengekomen in het water na een hevige regenbui.
Als het een langere periode veel regent, raakt de grond van de rivier vol met regenwater. In de grond zitten kalk en ijzer. Deze twee stoffen zorgen ervoor dat het zuurstof uit het water gaat. En vissen hebben zuurstof nodig om te overleven. 

Vliegen door een beetje miezer is geen probleem voor vleermuizen. Maar zodra het echt begint te regenen, zul je geen vleermuis meer zien.

Ze hebben een hekel aan nat zijn. Onderzoekers denken dat vleermuizen die nat zijn het sneller koud krijgen. En het kost ze energie om op te warmen. Ook kan het zijn dat ze minder snel kunnen vliegen.